Moeilijkheden? Nee Mogelijkheden!

By: Herman Beuker / Rutger van Drongelen 03-10-2014

Categories:Executive Search,

blog_image:joppor_142373670654dc7f8280c80.jpg:end_blog_image

 

 

Denken in mogelijkheden. De 5+1 methode

Elke toekomstgerichte gedachte is een fantasie. Elke fantasie is één mogelijkheid. Als je dat weet kun je meer mogelijkheden bedenken.

Fantasieën zijn geweldig, mits we maar weten dat het een fantasie is. Wat we bedenken begint dikwijls met een fantasie. Je bedenkt een huis, maakt een tekening en later is daar het resultaat. De fantasie is uitgekomen. Anders zijn de fantasieën die zich in ons hoofd afspelen en ons in de wereld trekken van hoe het zou kunnen zijn.

Twee woorden, stel dat, of het woord als, zijn al genoeg om uren met het denken bezig te zijn. Zo zijn er nog een aantal. Met die twee woorden wordt een fantasiewereld gecreëerd. Een wereld die anders is dan de werkelijkheid. Nog een aantal van deze woorden zijn: misschien, ik denk, zij denken, ik wou en natuurlijk als en stel dat. Daaraan kun je herkennen dat het gaat over een fantasiegedachte. Dat is één mogelijkheid en als je dat weet kun je er meer bedenken.

Niet herkende fantasiegedachten leren herkennen

1. We kunnen niet weten wat er in de toekomst gebeurt

2. We kunnen niet weten wat een ander denkt

Doordat je gerichter gaat denken krijg je meer mogelijkheden. Met de „oude‟ manier van denken bedenk hoe iets verder zal gaan verlopen. Bij wat je bedenkt kun je een gevoel krijgen. Een goed gevoel, maar ook een slecht gevoel. Dit gevoel is medebepalend voor de richting die je met je gedachten opgaat.

Met de ‘nieuwe‟ manier van denken bedenk je, naast de gedachte die je herkende als een fantasie, nog 4+1 oplossingen. De +1 is de mogelijkheid die je op dat moment niet kunt bedenken. Want hoe dikwijls gebeurt er iets wat je niet had bedacht? Met de +1 houd je daar in ieder geval rekening mee.

Bij 5+1 mogelijkheden heb je geen gevoel. Want je kunt geen gevoel hebben bij meerdere situaties. Je pakt het probleem of vraagstuk aan met je denken en met je verstand. Dit doe je doordat je er gericht over na gaat denken. Denken in mogelijkheden. Want dat is waar de toekomst uit bestaat. Welke mogelijkheden uitkomen weten we niet, kunnen we niet weten.
Over elke 5+1 bedachte mogelijkheid kun je nadenken. Zo leer je jezelf om creatief te denken. Zo ga je met jezelf om. Zo ga je met je leven om. Er is meer mogelijk dan dat je nu kunt bedenken.

Als voorbeeld een sollicitatie. Je denkt misschien: ‘Ik denk dat het moeilijk word’.

Bekijk je meer kanten van de zaak, dan zie je meer mogelijkheden.

‘Ik denk dat het moeilijk word’ = niet herkende fantasiegedachte, één mogelijkheid.

Het kan ook anders gaan: mogelijkheid 2, “het wordt een groot succes”.
Je weet het niet en als je het niet weet, dan is van alles mogelijk.
Mogelijkheid 3, “het wordt een gedeeltelijk succes”.
De baan waarop je solliciteerde blijkt totaal niet bij jou te passen, maar ze hebben nog een vacature en dat lijkt je wel leuk.
Mogelijkheid 4: “het gesprek gaat niet door”, er kan immers altijd iets tussen komen.
Mogelijkheid 5: “misschien is het volgende week niet zo belangrijk meer”.

Mogelijkheid +1: iets dat kan gebeuren wat je zelf nu niet kunt verzinnen.

Met name deze laatste mogelijkheid is de belangrijkste. Dit, omdat je, als je deze erbij neemt, rekening houdt met dat er in de toekomst van alles kan gebeuren en je dus minder wordt verrast. Want hoe vaak gebeurt er niet iets waar je geen rekening mee hebt gehouden? Een gebeurtenis die mee- of juist tegenvalt?

Wat eerst een „zekerheid‟ leek te zijn, “ik denk dat het moeilijk wordt”, krijgt door het zien van meer mogelijkheden een heel andere lading en daardoor een heel ander gevoel. Namelijk een neutraal gevoel omdat je niets kunt voelen bij 5+1 mogelijkheden. Bij elke mogelijkheid apart wel.
Op deze manier leer je leven met het gegeven dat je niet kunt weten wat er in de toekomst zal gebeuren, maar dat er wel een aantal mogelijkheden zijn.
En misschien ben je wel blij met het feit dat je mogelijkheden hebt. Dan is dat het gevoel dat je hebt bij de gedachte aan het sollicitatiegesprek.

Dit leren doe je op de volgende manier

Neem je hand, met vijf gestrekte vingers. Je duim is de fantasiegedachte die je hebt herkend. Dat is dan mogelijkheid nummer één. Bedenk vervolgens nog vier mogelijkheden. Voor elke vinger van je hand één.

Dan neem je jouw duim van je andere hand. Dat is dan mogelijkheid nummer zes. Nummer zes is de mogelijkheid die je op dat moment niet kunt bedenken. Gebeurt er dan iets wat je niet had kunnen verzinnen, dan heb je daar rekening mee gehouden en word je er minder door verrast. 

blog_image:joppor_1412337884542e90dc1423f.JPG:end_blog_imageblog_image:joppor_1412337894542e90e6614b1.JPG:end_blog_image

1= herkende fantasiegedachte – 2 – 3 – 4 – 5 +1.

Dat is het hulpmiddel bij de herkenning van een fantasiegedachte. Wat je daarmee doet is jezelf leren in mogelijkheden te denken. Oefen je dit regelmatig, dan wordt dit een onderdeel van jouw manier van denken. Dat je daarmee creatiever gaat denken en dus creatiever om kunt gaan met veel situaties, is hier een logisch gevolg van.

Oefening

Schrijf 10 niet herkende fantasiegedachten op en werk deze uit met 5 + 1.

Je leert jezelf op deze manier meer in mogelijk heden denken, creatiever te denken, te relativeren en je vergroot het besef van: ik weet het niet, als dat van toepassing is.

Wees alert op: ALS, STEL DAT, DENKT en DENKEN, ZOU, MISSCHIEN, IK WOU. .


Voorbeelden van niet herkende fantasiegedachten

Als ik het vraag, doet ze het wel. Als je maar wil, dan kan je het. Als je in jezelf gelooft, dan kan je alles. Als ik mijn best maar doe, dan houd ik mijn baan wel. Als je maar goed leert, dan kom je er wel. Stel dat ze nee zeggen. Stel, dat hij een ongeluk heeft gehad. Als die zo reageert, dan is die ook niet geïnteresseerd. Als het bedrijf moet inkrimpen, lig ik er als eerste uit. Als iedereen dat doet, dan wordt het een zooitje. Als ik naar het zuiden ga, dan weet ik zeker dat ik goed weer heb. Misschien zijn ze op mijn geld uit. Ik denk dat het wel goed komt. Misschien word ik ooit nog eens rijk. Als ik dat zeg, denkt zij natuurlijk ….. Als ik rijk ben, dan ben ik gelukkig. Stel dat ze niet betalen. Ik wou dat ik een mooi huis had. Stel dat ik geen werk meer vind. Ze denken zeker dat ik niets te doen heb.

© Herman Beuker (Uit het Gedachten Analyse Programma)