Door: Herman Beuker / Rutger van Drongelen 24-6-2015
Jouw identiteit
Niet wie of wat je bent bepaalt jouw identiteit, maar hoe je bent.
Ergens van binnen zit iemand die je zelden laat zien. Verborgen achter een masker met een glimlach, of onverschilligheid, in ieder geval de uitdrukking die het beste bij de situatie past. Jouw identiteit, zo goed verborgen dat je zelf niet weet hoe je eigenlijk bent. Je moet gewoon jezelf zijn, is de goedbedoelde raad. Maar wat is dat? Jezelf zijn?
Hoe ben je, is waar het om gaat.
Wanneer je iemand beschrijft als wie, dan komt er een naam en nog wat gegevens. Het zegt weinig van de persoon. Beschrijf je wat iemand is, dan komt een beroep en andere rollen, vader, moeder. Beschrijf je hoe iemand is, dan komt een ander verhaal.
Iemand die bijvoorbeeld eerlijk is, behulpzaam, geïnteresseerd, gevoel voor humor en andere beschrijvingen die veelal eigenschappen van iemand omschrijven.
Hoe ben jij?
Wanneer je jezelf omschrijft in eigenschappen, dan omschrijf je hoe je eigenlijk bent. Even los van situaties. Met de eigenschappen, die je vindt dat je hebt ,beschrijf je wie daar binnen zit. Jouw identiteit.
En stel daar komt een beeld uit zoals: creatief, open, eerlijk, belangstellend, enz. Dan heb je beschreven hoe je bent als je goed en in evenwicht bent. Los van situaties. Daarmee heb je een basis waarnaar je altijd terug kan gaan.
Je beschermt jezelf
Was je altijd maar zo. Waren alle mensen maar zo. Chagrijnig zal niet in het lijstje staan. Bot, egoïstisch en ongedurig ook niet.
Ben je dat wel, dan lijkt dat logisch, want je zal maar……
En vervolgens worden allerlei situaties beschreven. Zo lijkt het de situatie te zijn die bepaalt of je gewoon jezelf kan zijn.
Situaties/gebeurtenissen roepen gedachten op en die bepalen jouw reactie
Is er wat? Nee hoor. Terwijl het van binnen rommelt. Maar je laat niet zien dat je ermee zit. Dat gebeurt van binnen. Zo bescherm je jezelf en dat doe je met gedachten.
Ze bevinden zich tussen al die gedachten die we hebben. Dit soort gedachten, of misschien beter gezegd deze kerngedachten, zijn de volgende.
1. Niet te beantwoorden vragen. We stellen ons een levenlang vragen. Variërend van gewone praktische vragen tot levensvragen. Bij elke vraag staan we stil en wordt een gedachteproces op gang gezet, op zoek naar het antwoord. Niet te beantwoorden vragen zijn de vragen die we onszelf stellen waar we geen antwoord op kunnen vinden, ook al denken we nog zolang na.
2. Toekomstgerichte overtuigingen. Denken iets zeker te weten wat over de toekomst gaat.
3. Niet herkende fantasiegedachten. Het onbewust bedenken van één mogelijkheid, wanneer het over de toekomst gaat of wat een ander denkt, en dat als weten ervaren.
4. De mensen in je denken. Mensen waar je niet aan wilt denken, maar toch doet. Geef ze de plaats in je denken die ze verdienen.
5. Opdrachten. Je geeft jezelf een opdracht, ik moet. Wil je dat? Past dat bij jou? Stilstaan bij een opdracht die je herkent geeft je die keuze.
6. Besluiten. Dikwijls het einde van een denkproces. Soms een lang en intensief denkproces. Op grond van welke (kern)gedachten neem je het besluit?