Hoe presenteer jij jezelf als kandidaat?
Hoe presenteer jij jezelf als kandidaat?
Je kunt je als kandidaat op verschillende niveaus presenteren.
Dit zijn de niveaus
1. Identiteitsniveau
2. Vermogensniveau
3. Gedragsniveau
4. Omgevingsniveau
De namen van de communicatieniveaus die hier worden gebruikt zijn een afgeleide van het model van: Gregory Bateson 1904 – 1980, door mij uitgewerkt vanuit een andere invalshoek.
De uitleg begint op het laagste niveau, het omgevingsniveau en gaat zo naar boven naar het hoogste niveau, het identiteitsniveau. In gesprekken zal van tijd tot tijd elk niveau aan de orde komen. Het gaat erom welk niveau bij iemand in de communicatie de boventoon voert en daarmee het gesprek kleurt.
4. Omgevingsniveau
Je kunt communiceren op het laagste niveau, het omgevingsniveau. Veelal is dit herkenbaar in materiële zin. Praten over een huis, kleren, sieraden, auto, enz. Uiterlijkheden, die niets tot weinig zeggen van de persoon. Bijvoorbeeld een advocaat met een heel mooi pand. Daarmee wordt de suggestie gewekt dat het daarmee wel een heel goede advocaat moet zijn. Het is slechts zijn of haar omgeving. Hetzelfde geldt voor een persoon. Uiterlijkheden, het zegt niets over iemand. Iets wat veel mensen wel geloven, dus toch maar even kijken wat voor auto iemand heeft.
Het niveau wordt bepaald door het benadrukken. Iemand heeft bijvoorbeeld een andere auto gekocht en maakt daar melding van. Dan zegt dat nog niets over het niveau van de communicatie. Een aanvulling als: het is de duurste BMW en daarover doorpraten, maakt het tot een gesprek op omgevingsniveau. Shoppen en daar veel over praten is ook een voorbeeld van gesprekken op omgevingsniveau.
Zo ontstaan er gesprekken, die in het teken staan van uitwisseling van informatie over wat iemand heeft. Het zegt weinig tot niets over de persoon zelf. Wanneer dit soort gesprekken de boventoon voeren, dan communiceert iemand op het laagste niveau, het omgevingsniveau. Ten aanzien van vorm of inhoud ligt de nadruk meer op vorm.
3. Gedragsniveau
Je kunt je presenteren vanuit gedragsniveau. Iemand gedraagt zich bijvoorbeeld als leidinggevende. De reden hiervan kan zijn dat er een overtuiging achter zit dat dit zo hoort, of dat het zo het beste is. Veelal is het een bescherming. Het is eigenlijk een rol hebben of aannemen en die rol vervolgens spelen. Het zegt ook weinig tot niets van de persoon zelf, alleen wat deze neerzet.
Acteren op gedragsniveau is zichtbaar in vriendelijk doen, geïnteresseerd doen, zelfverzekerd doen, met de nadruk op doen. Wanneer iemand een rol neerzet en dikwijls van daaruit communiceert, dan presenteert deze zich op gedragsniveau.
2. Vermogensniveau
Een veelgebruikt niveau in de communicatie is het vermogensniveau. Dit omschrijft wat iemand allemaal weet, gedaan heeft, positie, wie deze kent, ervaringen, veel ‘vrienden’, opleidingen en verhalen over successen.
Dit niveau speelt op dit moment in onze maatschappij een belangrijke rol. Het is het niveau waarop mensen duidelijk maken wat zij aan ervaring, kennis, macht en invloed tot hun beschikking hebben.
Voorbeeld
Iemand heeft het over een politicus die hij goed vindt. Die ken ik, zegt een ander. Dan is er nog niets aan de hand. Het zit in het doorgaan. Die ken ik al jaren, gisteren nog aan de lijn gehad. Ik kan hem zo bellen. Met het doorgaan wordt het vermogensniveau.
Ook dit zegt weinig tot niets over de persoon zelf. Iemand praat veel over wie deze kent, wat deze weet, gedaan heeft en successen. Als dit de boventoon voert, dus het gesprek kleurt, dan presenteert deze zich op vermogensniveau. Kennis, kunde, ervaring en netwerk.
1. Identiteitsniveau
Identiteitsniveau beschrijft niet WIE je bent, WAT je bent, maar HOE je bent. Hoe je bent als mens. Het identiteitsniveau is hier het hoogste niveau. Ook dan kunnen de andere niveaus merkbaar zijn, maar wel minder dan bij degene die duidelijk op één van de voorgaande niveaus communiceert. Hoe ben je als mens? Hoe kom je over en ben je dat doorgaans echt?
Voorbeeld
Wanneer iemand mij vraagt om een kandidaat die ik ken te beschrijven, dan kan ik een hele beschrijving geven van waar deze woont, hoe deze woont, waar deze werkt, wat deze doet, welke opleidingen, en het gevolg is dat je veel weet van situatie van die kandidaat. Ga ik die kandidaat omschrijven in hoe deze is, dan wordt het al concreter. Behulpzaam, eerlijk, open, betrokken, loyaal.. Er ontstaat een beeld van een kandidaat als mens. Daarmee beschrijf ik eigenschappen.
Dat is dan ook de kernvraag. Hoe ben jij in eigenschappen.
Herman Beuker leidt mensen op tot identiteitsniveau door middel van training en coaching. Hij heeft onderzocht wat de effecten van gedachten zijn, wat je daarmee kunt doen en heeft een onderzoek gedaan naar wat mensen motiveert en demotiveert.